Barbara Dane

Soms ben je moe. De behoefte om iets te schrijven is redelijk afwezig, omdat je de dag ervoor al een blog hebt geschreven en geplaatst. Tv kijken is geen optie, dus ga je wat zwerven over het internet. Op Youtube type je een begrip in, waarmee je wat films hoopt te vinden die in je jeugd dienden om de verveling te verdrijven. Dan kom je bij een in het Duits nagesynchroniseerde versie van een tv-film uit The Alfred Hitchcock Hour. Nou ja, helemaal nagesynchroniseerd was de film niet: sommige stukken (soms maar een zinnetje) waren nog in het Engels. Hoe de plaatser van die film dat geregeld heeft, is me een raadsel, maar het heeft wel een leuk effect. In die film komt James Mason op een gegeven moment in een kroeg met live muziek. Een blonde zangeres zingt een melange van blues en folk. Mooie stem. Ik kijk de film naar zijn einde. Wat een baggerfilm eigenlijk, maar goed hij duurt maar 45 minuten en wordt ook nog eens op een grappig bedoelde manier onderbroken door de heer Hitchcock himself. Angie Dickinson die de rol van de tegenspeelster op zich neemt, maakt wel iets, maar zeker niet genoeg goed. Eigenlijk is het enige dat die film draaglijk maakt die scene met die zangeres. In de aftiteling vond ik –in de rol van The Folk Singer – Barbara Dane. Voor de lol tikte ik die naam eens in bij Google. Ze bestond. Sterker nog: ze bestaat nog steeds. Ze heeft haar eigen site en op Youtube is ze ook te vinden. En volgens mij is ze behalve een goede zangeres ook een prima mens.

Zo bracht ze in 1973 een lp uit met de niets verhullende titel: I Hate the Capitalist System. Zo kort maar krachtig, zo gespeend van elke quasi-literaire of -diepzinnige humbug heb ik zelden een titel gezien. Dit nam me erg voor haar in. Het eerste nummer (buiten de film) dat ik van haar hoorde was It isn’t Nice. Het lied is geschreven in 1964 door Malvina Reynolds (1900-1978) en gaat over een actie die gevoerd werd tegen een hotel dat weigerde zwarte mensen aan te nemen. Het bijbehorende filmpje echter ging over heel iets anders: het verzet van de Palestijnen tegen Israël. Barbara Dane heeft toestemming gegeven het nummer te gebruiken, met de vraag de schrijfster van het lied te vermelden. Vervelend dat dat niet gebeurd is. Daarom hier een link naar de uitvoering van Malvina Reynolds. Volgens mij nog een prachtmens.

Op Barbara Danes site vond ik een artikel (Boston Globe, 3 juni 2012) dat begon met de onderstaande alinea: Barbara Dane has lived a life full of glowing superlatives. The noted jazz critic Leonard Feather famously branded her “Bessie Smith in stereo.” Ebony magazine, in its first-ever feature on a white woman, way back in 1959, called Dane “startlingly blonde,” a “pale-faced young lady’’ who could help keep the blues tradition alive.  Het artikel in Ebony was filled with photos of Dane working with Memphis Slim, Willie Dixon, Muddy Waters, Clara Ward, Mama Yancey, Little Brother Montgomery and others. 

Het interview vond plaats op de dag na het ‘feestje’ (in de vorm van een drie uur durend concert) dat georganiseerd was ter ere van haar 85e verjaardag.

Haar muziek nam me al meteen voor haar in. Toen ik meer las over haar positie in het leven was ik verkocht. Deze vrouw verdient het in een collectieve herinnering te blijven bestaan. Ik wilde eerst schrijven: ze verdient een standbeeld. Maar het zou me niet verbazen als ze daar bezwaar tegen zou maken. Daarbij: haar muziek is haar standbeeld en makkelijker bereikbaar.

Het genoemde interview eindigt met een zin die haar volgens mij wel typeert: “I think you can go down every block in every city and find someone with a good voice,” says Dane, who is finally working on her memoirs. “But it’s a question of knowing what to do about it, knowing what you want to sing for. I learned early on what I wanted to do with my voice — and I’ve done it.” 

Twee zaken waarin ze de ‘eerste’ was, typeren haar ook: ze was zoals gezegdde eerste blanke vrouw waaraan een artikel gewijd werd in Ebony (November, 1959) en ze was in de zestiger jaren de eerste entertainer uit de USA die in Cuba optrad. In de jaren zeventig deed ze mee aan allerlei protesten tegen de oorlog in Vietnam. Ze werkte samen met Mikis Theodorakis. Kortom: ze is een vrouw wier stem op de goede plek zit: in haar hart.

Op haar site is nog een interview te vinden waarin allerlei info te vinden is over invloeden en mensen met wie ze heeft gewerkt. Dat ga ik hier niet herhalen. Uit dat interview haal ik alleen het volgende citaat: ‘All the great social movements of history have produced great songs, and I wish I could know them all. Sing every day, whether you think you do it well or not. Who cares? Do the best you can, but do it anyway.’

Ik bestelde uiteraard een van haar cd’s via haar site. Naderhand las ik, dat de rechten op haar songs bij allerlei platenmaat-schappijen lagen, niet bij haar. Ze verkoopt ze gelukkig toch. Op diezelfde site vond ik haar verzoek te vertellen hoe ik daar terechtgekomen was. Ik beschreef het verhaal van The Hitchcock Hour. Een paar uur later kreeg ik een mailtje. De inhoud was ongeveer als volgt: Ja sorry hoor, ik lig momenteel in het ziekenhuis, dus het kan even duren voor ik je de cd kan opsturen. Daarbij: de cd die je bestelde, heb ik nu even niet, maar ik wil hem wel voor je branden en meesturen met een andere (zonder extra kosten). Stuur je me even de titel van die andere?


Dat was al heel leuk, natuurlijk. Verderop in de mail schreef ze: ‘I am always thrilled to know that my music has reached someone, especially over all this time and distance. I am now 85 years old and don't look much like the girl on Hitchcock show, but I still sing "I'm on my way" with conviction… You realize of course that I am singing about a movement, not ME?’ En ze eindigt haar mail met: Glad to meet you, friend. Sincerely, Barbara

Ik denk, dat ik niet hoef uit te leggen, dat zo’n mail me gelukkig maakt.

Hieronder I'm on my way, live op het feestje voor haar 85e verjaardag.

Van I Hate the Capitalist System (1973), Working Class Woman