In de wereld van cartoon, comic en tekenfilm zijn er twee vrouwen van wie ik houd. De heftigste liefde geldt natuurlijk Adèle Blanc-Sec: ze figureert wel vaker in mijn schrijfsels. Ze beleeft haar avonturen in het Parijs van de jaren tien en twintig van de vorige eeuw. Het belangrijkste verschil tussen mijn twee idolen is wel dat Adèle de meeste van haar getekende tegenstanders weet te verslaan, maar dat de tweede zelfs mensen van vlees en bloed op de knieën weet te krijgen. Die andere, eerdere liefde leefde later. Ze trad voor het eerst op in 1930 in een nachtclub voor dieren (we zien o.a. een aap in het publiek) waarin een stel katten een soort can-can dansen en waarin zij (dan nog met hondenoren) voor het eerst haar Boop-Boop-a-Doop laat horen: Betty Boop. Die hondennoren zijn een restant uit de periode dat Betty de side kick was van Bimbo the Dog. Die rollen werden al gauw omgedraaid.

In de Nederlandse Wikipedia staat dat ze gemodelleerd is
naar de filmster Bette Davis. Vooral de ogen van beide iconen zouden daar een bewijs voor zijn. Maar ik voel toch meer voor de Amerikaanse versie van het verhaal. Ik deel het (waarschijnlijke) zwak van de schrijver van het Nederlandse Wikipedia-artikel voor Bette Davis’ ogen, maar die vallen toch meer in de categorie ‘slaapkamerogen’, terwijl Betty Boops ogen vooral groot en rond zijn en ondanks de overvloedig gebruikte mascara iets onschuldigs houden.   Nee, het voorbeeld dat Grim Natwick van de Fleischer Studios voor ogen had, was Helen Kane. Of (maar daarover ergens anders) Clara Bow.

Helen Kane was klein en een beetje gezet en ze zong met een hoog piepstemmetje. Haar signature-song was: 'I wanna be loved by you'. Een van haar sterke kanten was het zogenaamde scat-singing : zingen zonder  woorden, met alleen maar klanken. Op het hoogtepunt van haar roem (rond 1928) werden er Helen-Kane-poppen gemaakt  en waren er Helen Kane lookalike-wedstrijden. Er zijn nog heuse rechtszaken geweest om deze vreemde vorm van plagiaat. In 1932 namelijk vond Helen Kane dat de karikatuur die van haar gemaakt werd in het personage van Betty Boop haar toch al aflopende carrière op een oneerlijke manier beconcurreerde. Tijdens het proces werd gewezen op de gelijkenis van zowel Boop als Kane met een andere ster uit die jaren: Clara Bow. Fleischer beweerde uiteraard dat Betty Boop een product was van de fantasie van de medewerkers van de studio. Helen Kanes eis werd dan ook afgewezen.

 Maar ze gaf nog niet op. Een jaar later namelijk mislukten onderhandelingen tussen Fleischer en een uitgeverij over een papieren comic over Betty Boop. Kane dacht in dat gat te kunnen springen met een strip over haar als de Boop-Boop-a-Doop-girl. Maar Fleischer gaf toe aan de eisen van de uitgeverij en zo kwam er nu ook een Betty Boop Comic. Een tijdje bestonden ze naast elkaar, maar ten slotte moest Helen Kane ook hierin het onderspit delven.

Helen Kanes lijflied is voor de hedendaagse (wat oudere) mens natuurlijk vooral bekend in de uitvoering van een zo mogelijk nog groter icoon: Marilyn Monroe. Het videofragment komt trouwens uit 'Some like it hot', waarin Monroe de rol speelt van Sugar Kane(!). Waarom die film, met de travestie-rollen van Tony Curtis en Jack Lemmon zo iconisch is geworden, zal me altijd een raadsel blijven. Wat een bagger.