Schöner Gigolo, armer Gigolo

Soms - geloof het of niet - ben ik gelukkig. Vanavond dus. De privé-omstandigheden die daarbij een rol spelen, ga ik hier niet benoemen. (Maar ze heet D.) Toen ik vanavond achter mijn laptop ging zitten, bedacht ik dat ik veel werk te doen had. Huidig werk en voorbereiding op toekomstig nog meer werk. Daar zou ik aan kunnen beginnen. Maar dat deed ik niet. Ik had eigenlijk best zin aan een nieuw hoofdstukje van mijn site te werken.. Maar ik wist niet goed waaraan te beginnen. Vaak heb ik namelijk al een bepaald lied op het oog waar ik in wil duiken. Vanavond niet. Gewoon wat grasduinen op internet dan? Oké, maar waar te beginnen? Waar je de vorige keer bent gestopt, dacht ik.

Vandaag wilde dat zeggen: in de twintiger jaren en in Duitsland. Door een docu die ik een dezer dagen via Youtube bekeek, kwam ik aan een 'naaktdanseres' uit die tijd, waarvan wat beelden bestaan en waarover leuke berichten in allerlei vormen te vinden zijn. dat leek me wel wat. En dat lijkt me nog steeds wel wat. Maar niet vandaag. Op mijn zwerftocht kwam ik een opvallend aantal keren een woord tegen. Een woord dat Italiaans lijkt, maar in werkelijkheid een afleiding schijnt te zijn van een Frans woord. Voor het begrip bestaat ook een Duits woord: Eintänzer. Dat woord kende ik uit een boek dat interessant is vanwege zijn vermogen een boeiend onderwerp (seks) saai te maken. (Maar er staan wel leuke plaatjes in.)

Eintänzer

Een Eintänzer is een man die (in bepaalde gelegenheden) ingehuurd kon worden door (meestal) een (oudere) vrouw om met haar te dansen. Een gezelschapsheer, dus. Je gaat als dame tenslotte niet zomaar naar eens dancing om daar met Jan en Alleman te dansen. Of er na het dansen nog andere activiteiten plaatsvonden, bleef meestal onuitgesproken. Maar de huidige betekenis van het (Franse) woord wijst er natuurlijk op, dat dat wel het geval was: Gigolo.

Volgens Wikipedia is Gigolo een afleiding van Gigolette: een vrouw die je als danspartner kunt inhuren. Een Gigolo is een man die zich 'laat onderhouden' door een vrouw in ruil voor veelal seksuele wederdiensten Als je tegenwoordig het woord gigolo gebruikt, denkt nagenoeg iedereen meteen aan het lied Just a Gigolo. En nagenoeg iedereen heeft dan David Lee Roth in zijn geheugen die er in de tachtiger jaren een hit mee had, die waarschijnlijk ook nu nog regelmatig op allerlei gezellige gelegenheden gedraaid wordt.

Over dat nummer wil ik het gaan hebben. Het voldoet voor mij namelijk aan alle eisen die een lied nodig heeft om interessant te worden. Nou ja, op een na dan: muzikaal vind ik het niet echt boeiend. Roth's versie heeft een nogal hoog hoempa- en slapstick-gehalte. Leuk om op een zatte avond mee te kwijlen, en om (met een knipoog) naar je gesprekspartner toe te spelen op de seksuele avances die je niet veel later gaat maken, zonder daarbij vast te leggen dat je op zoek bent naar een vaste relatie. En dat met een enigszins trieste ondergrond. Geen wonder dat het nummer herhaaldelijk een hit werd.


Die trieste ondergrond die was er natuurlijk. Het lied is namelijk vrij kort na de Eerste Wereldoorlog door een Oostenrijker geschreven. Je had de oorlog overleefd. Geluk gehad. Maar nu lag je hele Heimat op zijn gat. En de mensen hadden voorlopig wel even genoeg van soldaten. De bewondering die je een jaar eerder nog had afgedwongen met je glimmende tressen, was verdwenen. Je moest een baantje zoeken, maar dat vond je niet. De vrouwen waren in de meerderheid en wilden naast hun werk nu eindelijk weer eens gewoon plezier. Maar ze wilden zich niet teveel vastleggen. Ze hadden in de voorafgaande vier jaar kennis gemaakt met een tot dan toe ongekende vrijheid. Je was welkom, als dans- en sekspartner, maar meer moest je niet verwachten.

Tot zover de zielige-mannen-versie. Vrouwen hadden het uiteraard ook moeilijk, vooral de vrouwen van de soldatengeneratie. Er waren gewoon te weinig mannen. Gesneuveld aan het front. En als ze al teruggekomen waren, dan ontbrak er met een zekere regelmaat een lichaamsdeel. De prins op het witte paard was veranderd in een armoedzaaier met houten been. De mannen die nog min of meer compleet waren, moesten gedeeld. En mannen, dat is bekend, delen graag. Zeker als ze er ook nog kost en inwoning bij krijgen. Maar dat betekent niet dat ze er (buiten de kroeg en zijn praat) gelukkig van worden.

Julius Brammer en Leonello Casucci

Op zoek naar versies dus. Op Youtube vond ik het origineel onder zijn originele titel: Schöner Gigolo, armer Gigolo, geschreven door Leonello Casucci en Julius Brammer. (afb. hiernaast). Die laatste, een Oostenrijker, schreef de tekst in 1924 in het Berlijnse hotel Adlon. Hij had het over de sociale gevolgen van de ondergang van de KuK-monarchie in zijn land. In 1928 zette de Italiaan Leonello Casucci de tekst op muziek.

Het eerste dat opvalt aan de tekst en bij het beluisteren is natuurlijk dat het 'I aint got nobody'-gedeelte dat bij Roth uitnodigt tot ongegeneerd meeblèren, ontbreekt. Daarover straks meer.

De eerste opname werd in 1929 gemaakt door het orkest van Dajos Béla en zanger Kurt Mühlhardt. Al snel volgden talloze andere opnames. Soms met aan de politieke actualiteit aangepaste teksten (o.a. de Agit-Prop groep Rote Raketen, waarover later misschien meer). In 1932 gebruikten Slátan Dudow en Bert Brecht het lied in de film Kuhle Wampe, oder: Wem gehört die Welt. (Waarover ook later meer.)

Ook internationaal sloeg het lied aan. Althans de melodie. De tekst over een aan lager wal geraakte Oostenrijkse luitenant kon de mensen meestal niet zo boeien. Hadden ze de oorlog maar niet moeten verliezen. In de eerste Amerikaanse versies ging het dus over een Franse oorlogsheld voor wie de wal echter net zo laag was. Louis Armstrong nam de eerste Engelstalige opname voor zijn rekening (1931). Iets later had Bing Crosby er zijn eerste hit mee.

Louis Armstrong

Bing Crosby